Actueel: De Nieuwe Straat april 2009
De Nieuwe Straat, een cultuurmonument
Jan van der Eerden, april 2009
|
|
Eerste aanzet
in de 13e eeuw
In zijn boek over de Sint Janskerk (1931) legt archivaris Jan Mosmans
uit hoe het Peperdomein van de hertog tussen Hinthamerstraat en Oude Dieze
omstreeks 1200 zorgvuldig werd verdeeld in drie gelijke stukken van elk
400 voet lengte. Het noordelijke punt van de lijn haaks op de
Hinthamerstraat waarlangs de verdeling plaats vond, lag ver buiten de
stadsmuren op 900 voet van het puthuis op de Markt. De verkaveling van het
terrein maakte deel uit van een strak ontworpen plan voor de grote
stadsuitbreiding van 1250. |
 |
Maar voorlopig was
de stad toen nog niet aan die uitbreiding toe. In 1222 werd de Brabantse
hertog gedwongen het domein Orthen met inbegrip van de al bestaande stad
af te staan aan de machtige bisschop van Keulen, die het vervolgens weer
aan de hertog in leen gaf. De hertog zag daarbij wel kans zijn Peperdomein
en zijn ′curia′ buiten deze transactie te houden. Met een aantal
bepalingen in de overeenkomst probeerde de bisschop te voorkomen dat de
hertog het buiten de muren liggende Peperdomein als een aparte stad zou
kunnen gaan ommuren, zoals dat in die tijd wel vaker gebeurde, en de daar
pas gebouwde kerk te voorzien van een versterkte toren. Met de bouw van de
door de bisschop gevreesde ommuring werd in 1274 begonnen rond het toen
aangelegde Groot Begijnhof. Om het Peperdomein
snel en zonder problemen te kunnen bereiken, veronderstel ik dat de hertog
een eenvoudige landweg liet aanleggen. Hier is geen bewijs voor te vinden,
maar wél is duidelijk dat deze merkwaardige weg een opvallende plaats
kreeg in de structuur van het nieuwe stadsontwerp. De weg moet dan ook van
groot belang zijn geweest, want hij maakte het mogelijk het Peperdomein
buiten de muren van de stad om te bereiken. Het eerste gedeelte werd
evenwijdig aan de noordoostelijke stadsmuur aangelegd op een afstand van
ongeveer 900 voet, zodat hij vanaf de stadsmuur zelfs met de gevaarlijke
voetboog niet kon worden beschoten. Wat later werd hij onderdeel van het
nieuwe plan, waarin hij was gericht op de noordpunt van het
uitbreidingsplan.
Pas in 1288 na de slag van Woeringen kon het hinderlijke
leen weer ongedaan worden gemaakt toen de hertog de bisschop daar gevangen
had genomen en hem de nodige eisen voor zijn vrijlating kon stellen. Omdat
er toen geen behoefte meer was aan een dergelijke toegangsweg, zal deze
niet verder tot ontwikkeling zijn gebracht. |

De basisdriehoek van het tweede stadsplan met daarin
schematisch links het eerste stadsplan en rechts het in drie stukken
verdeelde Peperdomein met de Sint Janskerk. In het midden het tracé van de
´Nieuwe Straat´. |
Ontwikkeling De
Nieuwe Straat eind 17e eeuw
Daarin kwam pas weer verandering in 1637 na de
bouw van de Citadel en het in gebruik nemen van het Groot Begijnhof als
paradeplaats voor het garnizoen. Sindsdien werd de oude landweg aangeduid
en ontwikkeld als De Nieuwe Straat. |
|
Planmatige
ontwikkeling
Evenals de eerste stad, die nauwelijks meer
omvatte dan de tegenwoordige Markt, kwam ook de grote uitbreiding tot
stand volgens een zorgvuldig ontworpen plan. Dat hiervoor geen bewijzen
zijn is normaal. In zijn boek Entdeckung der mittelalterlichen
Stadtplanung – Das Ende vom Mythos der gewachsenen Stadt (2001) tonen de
stedebouwkundigen prof.Klaus Humpert (universiteit van Stuttgart) en zijn
medewerker Martin Schenk aan hoe de duizenden gestichte middeleeuwse
steden in Europa zijn gebouwd volgens een strak vormgegeven ontwerp en
waarom daar geen bewijzende documenten van zijn. Alleen het onderzoek van
de nog steeds tastbare resultaten geven het overtuigende bewijs. Zo geldt
dat ook voor het door hertog Hendrik gestichte ´sHertogenbosch. |
|
Tracé van De
Nieuwe Straat
Aan het eind van het 2½ duizend voet lange begin
van de hulplijn maakt de Nieuwe Straat een knik naar rechts en wordt 2000
voet verder beëindigd op de hoek van Verwersstraat/Oude Dieze. Maar de
benaming Nieuwe Straat gaat volgens oude kaarten niet verder dan de
kruising met de Hinthamerstraat. |
|
De twee gedeeltes
van het Peperdomein langs kerk en begijnhof werden begrensd door de eerder
genoemde muur waarvoor de Keulse bisschop zo bang was. Na 800 voet boog
deze muur met een haakse hoek af naar het oosten, waardoor aan de
westzijde de kerkhof en het begijnhof werden afgesloten van de
buitenwereld. Het zuidelijke derde deel viel buiten deze ommuring. |
|
Als de door
Mosmans genoemde basislijn ten noorden van de Hinthamerstraat ook nog eens
800 voet wordt doorgetrokken, komt hij uit op de hoek van het Kardinaal
van Rossumplein (op de hiervoor genoemde knik). Het langs dit gedeelte
aangelegde stuk (Sint Josephstraat) van de Nieuwe Straat moest
noodgedwongen wat afwijken van de hulplijn, omdat er bij de definitieve
aanleg rekening moest worden gehouden met de daar liggende eigendommen en
de sinds 1270 daarbij behorende bebouwing van het Predikherenklooster.
Daardoor valt de betekenis van de straat als verlengde van de hiervoor
genoemde basislijn minder duidelijk op. |
|

Kardinaal van Rossumplein met links de hoek van de Sint
Josephstraat, waar de Nieuwe Straat afbuigt naar het Peperdomein. De gevel
van een nieuw bankgebouw toont het laatste restant van de oude rooilijn
van de Nieuwe Straat (Hoge Nieuwstraat),die hier lomp wordt afgesneden
door het Groot Zieken Gasthuis. Op de foto is goed te zien hoe zelfs de
richting van het wegdek van de Nieuwe Straat werd verschoven.
|

Het Kardinaal van Rossumplein omstreeks 1900 vanuit dezelfde hoek, met
links de Hoge Nieuwstraat en rechts het Kardinaal van Rossumplein (vroeger
de veemarkt). Let op het bijzonder fraaie hoekhuis dat nog omstreeks 1965
met de hele omgeving werd gesloopt zoals hierboven zichtbaar. |
|
Jaren zestig
van de 20e eeuw
In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd
er bewust naar gestreefd de betekenis van de Nieuwe Straat verder te
negeren en deze zelfs te vernietigen. De Hoge Nieuwstraat met zijn
monumentwaardige bebouwing op de hoek van de oude veemarkt, verdween
volledig om in de jaren zestig plaats te maken voor de kolossale nieuwbouw
van het nu alweer verouderde GrootZiekenGasthuis. Maar dit gebouw wordt
binnenkort gesloopt en het vrijkomende terrein wordt opnieuw ontwikkeld.
|
|
Voorstel voor
herstel in 2009: samenhang
Het zou zinvol zijn dit gedeelte van de
historisch stedebouwkundig zo belangrijke Nieuwe Straat weer te laten
terugkeren in de structuur van de stad. Maar het ziet er niet naar uit dat
dit zal gebeuren, omdat dit voor het gemak van de projectontwikkelaar
economisch als niet verantwoord zal worden beschouwd.
Eenzelfde herstel zou moeten worden nagestreefd voor het
Peperdomein. Toen Jan Mosmans de ontworpen structuur van het gebied
ontdekte, ontging hem die van de 800 voet lange Sint Josephstraat doordat
deze, destijds noodgedwongen, niet kaarsrecht in het verlengde van de
Torenstraat kwam te liggen. Nu dreigt ook langs de Parade de
herkenbaarheid van de structuur voorgoed verloren te gaan. Niet alleen
doordat ruim veertig jaar geleden de rijweg omwille van het autoverkeer
met een tweetal onnatuurlijke bochten naar het oosten werd verschoven (zie
foto hiernaast), en de hiervoor beschreven westelijke muur van het
begijnhof onder het wegdek verdween. Maar ook doordat een groot stuk van
het verbrede trottoir naast de nieuwe autobaan na een door het
stadsbestuur gedoogde en zelfs gelegaliseerde landroof, door de eigenaars
van de hier gevestigde cafés werd bebouwd en aan hen werd verkocht. |
 De
Peperstraat daags voor het kappen van de lindebomen in januari 1964. De
straat loopt rechtdoor.
|
In samenhang met
het herstel van de Parade en de Nieuwe Straat (later Hoge Nieuwstraat) is
het historisch van belang dat ook de gedempte delen van de Dieze ten
noorden van de (inmiddels mishandelde) Markt zoveel mogelijk worden
hersteld. Zij maakten als stadsgracht en haven bewust ontworpen deel uit
van de eerste stad die ook de veilige ligging van de Nieuwe Straat op 900
voet afstand evenwijdig aan de stadsmuur bepaalde. |
|
Jan van der
Eerden, april 2009 |
|